1

Een tuinman moet 1.200 zakken zand verplaatsen. Hij heeft al 35% gedaan. Hoeveel zakken heeft hij al gedaan? 

1200 : 100 x 35 = 420 zakken 

2

Een nieuwe supermarkt heeft een voorraad van 120.840 stuks. Op de eerste dag verkoopt men 4,3% van de goederen. Hoeveel stuks zijn dat?

120840 : 100 x 4,3 = 5.196 stuks 

Een school heeft 2.694 leerlingen. Daarvan zit 43% in de mavo. Hoeveel leerlingen zit in de mavo? 

2694 : 100 x 43 = 1.158 leerlingen 

Een dorp heeft 6.320 inwoners. Door een nieuwe wijk groeit het aantal met 6,35%. Hoeveel inwoners telt de stad na de groei?

6320 : 100 x 6,35 = 401 inwoners groei >>> 6320 + 401 = 6.721 inwoners na de groei 

273560 : 100 x 5,3 = €14.498,68 stijging >>> 273560 + 14498,68 = €288.058,68 is zijn doel als omzet 

Een kledingwinkel heeft een omzet van €1.720.500 in het jaar 2015. 12,4% ervan gaat op aan personeelskosten. Hoeveel bedragen de totale personeelskosten? 

1720500 : 100 x 12,4 = €213.342 bedragen de personeelskosten 

 De huur van de kledingwinkel van vraag 6 bedraagt 22,6% van de omzet. Bereken hoeveel huur deze winkelier betaald.

1720500 : 100 x 22,6 = €388.833 bedraagt de huur van het winkelpand 

Een 15 jarige medewerker in een supermarkt verdient slechts €3,35. Bij een nieuwe CAO gaat het loon met 0,35% omhoog. Bereken het nieuwe uurloon.  

3,35 : 100 x 0,35 = €0,01 >>> 3,35 + 0,01 = €3,36 wordt het nieuwe uurloon 

9

Een 35 jarige medewerkster van de supermarkt bij vraag 8 verdient €9,15 per uur. Bereken haar nieuwe uurloon. 

9,15 : 100 x 0,35 = €0,03 >>> 9,15 + 0,03 = €9,18 wordt het nieuwe uurloon  

De eigenaar ziet zijn eigen inkomen dalen met 2,1%. Hij had een maandelijks bruto-inkomen van €5.200. Hoeveel is zijn nieuwe maandelijkse bruto-inkomen?

5200 : 100 x 2,1 = €109,20 daling >>> 5.200 - 109,20 = €5.090,80 is zijn nieuwe bruto-inkomen