Bron 1: Schijventarieven box 3
Bron 2: Schijventarieven 2020 box 3
|
Opdrachten |
||
|
Milou is alleenstaande moeder en doet in haar eentje belastingaangifte. Van Milou zijn de volgende gegevens bekend: *Totaal saldo spaarrekening Rabobank op 1 januari €68.000 *Totaal saldo beleggingsrekening SNS-bank op 1 januari €24.000 |
|
|
|
1 |
Gebruik bron 1. Bereken het belastbaar vermogen van Milou. |
|
|
Totaal vermogen €92.000 (€68.000 + €24.000) - Heffingsvrij vermogen €25.000 Belastbaar vermogen €67.000 |
||
|
2 |
Gebruik bron 1. Bereken het fictief rendement van Milou. |
|
|
2,6% van €67.000 = €1.742 |
||
|
3 |
Gebruik bron 1. Bereken de vermogensrendementsheffing van Milou. |
|
|
30% van €1.742 = €522,60 Uiteindelijk betaalt ze €522,60 vermogensbelasting
|
||
|
|
Sinds 2017 geldt in box 3 dat er met een wisselend percentage fictief rendement gerekend wordt. Men gaat ervan uit dat je een deel van je vermogen zal sparen met een laag rendement en dat je een ander deel van je vermogen zal beleggen met een wat hoger rendement. Het uiteindelijke belastingpercentage is nog steeds 30%. |
|
|
4 |
Gebruik bron 2. Bereken het fictief rendement van Milou. Gebruik hierbij het belastbaar vermogen dat je bij opdracht 1 berekend hebt. | |
|
Belastbaar vermogen €67.000 (valt volledig in de eerste schijf) 67%% van €67.000 = €44.890 0,36% van €44.890 = €161,60 33% van €67.000 = €22.110 5,38% van €22.110 = €1.189,52 Totaal fictief rendement is €1.351,12 (€161,60 + €1.189,52) |
||
|
5 |
Gebruik bron 2. Bereken de vermogensrendementsheffing van Milou. | |
|
30% van €1.351,12 = €405,34 Uiteindelijk betaalt ze €405,34 vermogensbelasting.
|
||
|
|
Bart en Esma wonen samen en doen samen belastingaangifte. Van Bart en Esma zijn de volgende gegevens bekend: *Totaal saldo spaarrekening op 1 januari €44.000 *Totaal aandelenvermogen op 1 januari €27.000 |
|
|
6 |
Gebruik bron 1. Bereken het belastbaar vermogen van Bart en Esma. | |
|
Totaal vermogen €71.000 (€44.000 + €27.000) - Heffingsvrij vermogen €50.000 (€25.000 per persoon) Belastbaar vermogen €21.000 |
||
| 7 |
Gebruik bron 1. Bereken het fictief rendement van Bart en Esma. |
|
|
2,6% van €21.000 = €546 |
||
| 8 |
Gebruik bron 1. Bereken de vermogensbelasting van Bart en Esma. |
|
|
30% van €546 = €163,80 Uiteindelijk betalen ze €163,80 vermogensbelasting. |
||
| 9 |
Gebruik bron 2. Bereken het fictief rendement van Bart en Esma. Gebruik hierbij het belastbaar vermogen dat je bij opdracht 6 berekend hebt. |
|
|
Belastbaar vermogen €21.000 (valt volledig in de eerste schijf) 67%% van €21.000 = €14.070 0,36% van €14.070 = €50,65 33% van €21.000 = €6.930 5,38% van €6.930 = €372,83 Totaal fictief rendement is €423,48 (€50,65 + €372,83) |
||
| 10 | Gebruik bron 2. Bereken de vermogensbelasting van Bart en Esma. |
|
|
30% van €423,48 = €127,04 Uiteindelijk betalen ze €127,04 vermogensbelasting.
|
||
| Floor en Caroline wonen samen en doen samen belastingaangifte.
Van de dames is het volgende bekend: *Totaal saldo spaarrekening op 1 januari €32.000 |
||
|
11 |
Gebruik bron 1. Bereken de vermogensrendementsheffing van Floor en Caroline. | |
| Het heffingsvrij vermogen is voor de dames samen €50.000 (€25.000 per persoon). Hun vermogen is lager dan het bedrag van de vrijstelling, dus in box 3 hoeven ze geen belasting te betalen. | ||
